Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij maakten zich op van [30]Midian, en kwamen tot [31]Paran; en namen met zich mannen van Paran, en kwamen in Egypte tot Farao, den koning van Egypte, die hem een huis gaf, en hem [32]voeding toezeide, en hem een land gaf. 30. Zie Gen.25:2. 31. Zie Gen.14:6. 32. Hebreeuws, brood; dat is, kost, voedsel, kleding. Zie Gen.3:19.